Persoonlijk geweten - Zo doen wij het hier
Het meer van Serre Poncon - Hautes Alpes
Op mijn 23e vertrok ik naar Frankrijk. Of eigenlijk: ik bleef er hangen. Wat begon als een tijdelijke stap vanwege mijn toenmalige relatie, werd uiteindelijk een leven van twaalf jaar in een ander land. Van 2003 tot 2015 was ik een buitenlander in Europa. In die periode werd mijn persoonlijk geweten continu op de proef gesteld, want daar ging alles anders dan ik gewend was.
Ik woonde in de Zuid-Franse Alpen, in een afgelegen gebied waar de enige snelweg naar het zuiden leidde, niet naar het noorden—daar waar mijn roots lagen. Ineens bevond ik me in een wereld waarin autorijden en de tijd die het kost om ergens te komen, een vanzelfsprekendheid was. Een bezoek aan mijn vrienden betekende al gauw drie uur reistijd, en de dichtstbijzijnde grote supermarkt lag op minstens een half uur rijden. Boodschappen deed je één keer per week, en als je iets vergat, had je pech.
Het persoonlijk geweten werd voelbaar in kleine en grote dingen. In Frankrijk hoorde je er pas echt bij als je de taal sprak. Niet omdat Fransen niet hartelijk zijn, maar simpelweg omdat ze je anders niet begrijpen. Alles—op tv, op straat, in de krant—was en is in het Frans. Engels leren gebeurd daar pas op de middelbare school, en zonder enige andere blootstelling aan die taal was het voor velen bijna onmogelijk om echt goed Engels te leren spreken. Herkenbaar? Denk maar aan de jaren Frans die je op school had, hoe vloeiend spreek je het nu? Het eerste jaar was mijn Frans genoeg voor een 1 op 1 gesprek maar met hele gezelschappen had ik standaard hoofdpijn van proberen te volgen, antwoord te geven en dan te ontdekken op het moment dat ik het antwoord had geformuleerd dat de vraag alweer was verdwenen.
Ik leerde ook dat hiërarchie is verworven in de Franse cultuur. Je zegt U tegen iedereen die ouder is of (zichzelf) hoger in aanzien acht, vous-voyez is de norm en ook al spreek je de taal niet perfect het word je niet in dank genomen als je iemand van een bepaald aanzien (die zij hanteren) tutoyeert. Ook in het bedrijfsleven is de hiërarchie leidend en heilig, in veel organisaties toen en ook vandaag de dag gaat niemand naar huis voordat de leidinggevende zijn computer afsluit. Onderhandelen over salaris of meer verantwoordelijkheden wat ik na een paar maanden deed bij mijn eerste baantje, werd weggelachen dat was alleen voor managers van hoog niveau. De lunchpauzes waren lang, en vaak verplicht twee uur, en warm eten tussen de middag redelijk standaard. En je wenst iedereen, ja iedereen elke dag opnieuw een goede dag toe met de bijbehorende aantal kussen die per regio veranderen. Bonjour et la bise, dit vergeten is uiterst onbeleefd en wordt als arrogant gezien. Bonjour, oui bonjour … bonjour bonjour etc.
Ondanks het aanpassen had het leven daar ook zeker een ontspannen kant. Men word niet geleefd door de agenda. Was het onverwacht mooi weer (en dat was het vaak met 300 zonnige dagen per jaar hiep hoi geen grijs weer). Dan werd er spontaan op het schoolplein een barbecue geregeld en kwam bijna iedereen opdagen. Fransen zijn meesters (in wijn, kaas en lekker eten in het algemeen) maar ook in het genieten van wat de natuur te bieden heeft: champignons en salades plukken in het wild, walnoten rapen en kersen plukken—alles wat groeit en bloeit wordt benut en kennis wordt gedeeld. Nou ja de plek waar je je overheerlijke morilles vond hield je natuurlijk voor jezelf of “deelde je” met een vinger richting de berg, ja daar, daar ergens. (haha) Ik vond en vind het heerlijk om lekker de natuur in te gaan en te nemen wat de natuur te bieden heeft.
Door dit alles heen ontdekte ik dat ik een keuze had. Ik sprak binnen een paar maanden goed Frans en paste me grotendeels aan. Maar sommige dingen deed ik op mijn eigen manier. Ik werkte maar kort voor een Franse werkgever, omdat de strikte hiërarchie indruiste tegen alles waar ik voor stond en sta (en natuurlijk mijn autoriteits issue - meer daar later over ;)), dus begon ik mijn eigen bedrijf. Waar men in Frankrijk standaard pas om 20:00 uur eet, aten wij vroeg en gingen mijn kinderen om 19:00 uur naar bed, we spraken Nederlands thuis en we vierden Sinterklaas, ook al vonden sommige Fransen dat vreemd. Net zoals mijn Nederlandse familie het raar vond dat ik sommige Franse gewoonten had overgenomen. Ik leerde los te laten wat mij niet diende, en mee te nemen wat waardevol voor mij was.
En nu? Ik ben nog steeds geen planner. Een volle agenda voelt beklemmend, en mijn vriendenkring is daardoor kleiner, maar dat vind ik prima. En warm eten tussen de middag? Dat doe ik nog steeds regelmatig. Ik geniet van sterke blauwe kaas en vind het heerlijk om mijn bord pasta leeg te vegen met een stuk brood. De Franse gewoonte om je croissant ‘s ochtends te dippen in je koffie dat heb ik niet overgenomen daar moet je denk ik toch echt Frans voor zijn. (Overtuiging maar ook omdat ik het heb geprobeerd maar het zonde vind van én de koffie én de croissant.)
Maar de grootste les die ik daar leerde, was dat je op een prachtige plek kunt wonen en spreekwoordelijk alles hebt, als in alle ‘vinkjes’ waar je aan denkt te moeten voldoen, en toch ongelukkig kunt zijn. Omdat de normen en waarden die je vanuit je jeugd meeneemt, misschien helemaal niet passen bij wie je werkelijk bent. Het vertrek uit Frankrijk in 2015 was het begin van mijn innerlijke reis en groei, terug naar de essentie, en de start van mijn bewustwording naar wat ik écht belangrijk vind en waar ik oprecht gelukkig van word.
Ons persoonlijk geweten stuurt ons, vaak onbewust, in onze keuzes. Het is gevormd door onze opvoeding, onze omgeving en onze eigen ervaringen. Soms houdt het ons vast in oude overtuigingen, soms helpt het ons juist om te groeien.
Wat neem jij mee uit je opvoeding, en wat heb je losgelaten?